roll-over, carwash

Brabantse ondernemer met carwash krijgt gelijk van rechtbank

Voormalig tankstation- en carwash-ondernemer Pascal Tausch heeft gelijk gekregen van de rechtbank in zijn strijd tegen de overheid. Hij is al jaren in een juridisch conflict verwikkeld vanwege aanpassingen aan de infrastructuur bij zijn tankstation met carwash in Drunen. De klandizie liep daardoor terug, maar op schadevergoeding hoefde de ondernemer niet te rekenen. Hij had kunnen zien aankomen dat de wegwijzigingen eraan kwamen en had daar rekening mee kunnen houden, toen hij besloot te verhuizen naar de huidige locatie. Dat vonden althans gemeente Heusden en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De Rechtbank Oost-Brabant zette onlangs een streep door die redenering.

Tausch besloot in 2004 zijn tankstation te verhuizen naar de huidige locatie aan de Spoorlaan in Drunen. Daar lag destijds nog een toerit naar snelweg A59. Deze werd in 2013 verplaatst naar enkele honderden meters verderop, bij het zogeheten Ei van Drunen. Deze wijziging zorgde voor een flinke terugloop van klanten bij de Shell-locatie.

Omzet

Tausch liep daardoor veel omzet mis en eiste een schadevergoeding van de gemeente of van het ministerie. Deze gaven beide nul op het rekest. Ze vonden dat vóór 2004 in gemeentelijke overheidsdocumenten al duidelijk was gemaakt dat de toerit mogelijk zou verdwijnen. Door desondanks te verhuizen naar de Spoorlaan nam Tausch het risico dat hij nadeel zou ondervinden van de wegwijzigingen.

Daar was de ondernemer het niet mee eens. Hij spande een rechtszaak aan die eerder dit jaar diende bij de rechtbank in Den Bosch. Centraal staat de vraag of Tausch kon weten dat de toerit zou worden afgesloten of niet. Beide overheden wijzen in dit verband naar twee gemeentelijke documenten, namelijk de StructuurvisiePlus uit 1998 en het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) uit 2001. Daarin zou duidelijk de mogelijkheid staan genoemd dat de toerit in de toekomst zou verdwijnen.

Bevoegdheid

Voor de rechter is van belang dat het ministerie niet gebonden is aan gemeentelijke plannen. Het ministerie “heeft een autonome bevoegdheid tot het nemen van een verkeersbesluit over een rijksweg.” Dat toe- en afritten moeten aansluiten op een provinciale of gemeentelijke weg doet daar niets aan af.

De structuurvisie en het GVVP zijn beide gemeentelijke documenten. Omdat gemeenten geen bepalende invloed kunnen uitoefenen op infrastructuurplannen van het ministerie, kon Tausch niet voorzien dat de toerit zou worden afgesloten. Een landelijke overheid moet immers meer belangen laten meewegen dan het belang van een individuele gemeente.

Onvoldoende

De rechter laat ook meewegen dat na publicatie van de Structuurvisie er geen enkel concreet beleidsvoornemen is geweest om de betreffende toe- en afrit af te sluiten. Ook heeft de plaatselijke overheid zich er nooit positief over uitgelaten. Voor een redelijke denkend en handelend koper bestond daarom onvoldoende aanleiding om te concluderen dat het ministerie daadwerkelijk concrete plannen had voor het afsluiten van beide wegen.

Daarnaast zag de rechtbank in het GVVP “geen enkel voldoende concreet aanknopingspunt dat toe- en afritten van de rijksweg A59 kunnen komen te vervallen. Natuurlijk kan een gemeentelijk vervoersplan nooit over een rijksweg gaan. Er staat alleen in dat structurele maatregelen noodzakelijk zijn, maar dat is onvoldoende concreet”, luidt het oordeel van de rechtbank. Daarom was de rechtbank van oordeel dat op basis van de Structuurvisie en het GVVP het betreffende wegbesluit niet voorzienbaar was.

Schade

Tausch is uiteraard verheugd met het oordeel. “Op de eerste dag dat de toerit afgesloten was, daalde de omzet al met 38 procent. En dat liep daarna alleen maar verder op. Zelfs de gemeente was het erover eens dat wij schade ondervonden van het besluit. Zij vonden echter niet dat zij daar verantwoordelijk voor waren. Dat ziet de rechter gelukkig anders.”

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu is hoofdverantwoordelijk voor dit besluit en moet binnen zes maanden met een voorstel tot schadevergoeding komen. Een andere optie is dat het tegen de betreffende uitspraak in beroep gaat. Welke van de twee paden het ministerie volgt, is nog niet bekend.

Verhuurd

De exploitatie van het tankstation is inmiddels niet meer in handen van Tausch. Hij besloot het twee jaar geleden te verhuren aan Shell Nederland. Die heeft de exploitatie overgedragen aan Schouwenaar Tankstation Exploitatie BV, die een netwerk van zes locaties in Brabant uitbaat. Tausch zelf is nog wel als ondernemer actief, maar niet meer in de petrolbranche.

Auteur: Tom van Gurp

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Brabantse ondernemer met carwash krijgt gelijk van rechtbank | CarwashPro
roll-over, carwash

Brabantse ondernemer met carwash krijgt gelijk van rechtbank

Voormalig tankstation- en carwash-ondernemer Pascal Tausch heeft gelijk gekregen van de rechtbank in zijn strijd tegen de overheid. Hij is al jaren in een juridisch conflict verwikkeld vanwege aanpassingen aan de infrastructuur bij zijn tankstation met carwash in Drunen. De klandizie liep daardoor terug, maar op schadevergoeding hoefde de ondernemer niet te rekenen. Hij had kunnen zien aankomen dat de wegwijzigingen eraan kwamen en had daar rekening mee kunnen houden, toen hij besloot te verhuizen naar de huidige locatie. Dat vonden althans gemeente Heusden en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De Rechtbank Oost-Brabant zette onlangs een streep door die redenering.

Tausch besloot in 2004 zijn tankstation te verhuizen naar de huidige locatie aan de Spoorlaan in Drunen. Daar lag destijds nog een toerit naar snelweg A59. Deze werd in 2013 verplaatst naar enkele honderden meters verderop, bij het zogeheten Ei van Drunen. Deze wijziging zorgde voor een flinke terugloop van klanten bij de Shell-locatie.

Omzet

Tausch liep daardoor veel omzet mis en eiste een schadevergoeding van de gemeente of van het ministerie. Deze gaven beide nul op het rekest. Ze vonden dat vóór 2004 in gemeentelijke overheidsdocumenten al duidelijk was gemaakt dat de toerit mogelijk zou verdwijnen. Door desondanks te verhuizen naar de Spoorlaan nam Tausch het risico dat hij nadeel zou ondervinden van de wegwijzigingen.

Daar was de ondernemer het niet mee eens. Hij spande een rechtszaak aan die eerder dit jaar diende bij de rechtbank in Den Bosch. Centraal staat de vraag of Tausch kon weten dat de toerit zou worden afgesloten of niet. Beide overheden wijzen in dit verband naar twee gemeentelijke documenten, namelijk de StructuurvisiePlus uit 1998 en het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) uit 2001. Daarin zou duidelijk de mogelijkheid staan genoemd dat de toerit in de toekomst zou verdwijnen.

Bevoegdheid

Voor de rechter is van belang dat het ministerie niet gebonden is aan gemeentelijke plannen. Het ministerie “heeft een autonome bevoegdheid tot het nemen van een verkeersbesluit over een rijksweg.” Dat toe- en afritten moeten aansluiten op een provinciale of gemeentelijke weg doet daar niets aan af.

De structuurvisie en het GVVP zijn beide gemeentelijke documenten. Omdat gemeenten geen bepalende invloed kunnen uitoefenen op infrastructuurplannen van het ministerie, kon Tausch niet voorzien dat de toerit zou worden afgesloten. Een landelijke overheid moet immers meer belangen laten meewegen dan het belang van een individuele gemeente.

Onvoldoende

De rechter laat ook meewegen dat na publicatie van de Structuurvisie er geen enkel concreet beleidsvoornemen is geweest om de betreffende toe- en afrit af te sluiten. Ook heeft de plaatselijke overheid zich er nooit positief over uitgelaten. Voor een redelijke denkend en handelend koper bestond daarom onvoldoende aanleiding om te concluderen dat het ministerie daadwerkelijk concrete plannen had voor het afsluiten van beide wegen.

Daarnaast zag de rechtbank in het GVVP “geen enkel voldoende concreet aanknopingspunt dat toe- en afritten van de rijksweg A59 kunnen komen te vervallen. Natuurlijk kan een gemeentelijk vervoersplan nooit over een rijksweg gaan. Er staat alleen in dat structurele maatregelen noodzakelijk zijn, maar dat is onvoldoende concreet”, luidt het oordeel van de rechtbank. Daarom was de rechtbank van oordeel dat op basis van de Structuurvisie en het GVVP het betreffende wegbesluit niet voorzienbaar was.

Schade

Tausch is uiteraard verheugd met het oordeel. “Op de eerste dag dat de toerit afgesloten was, daalde de omzet al met 38 procent. En dat liep daarna alleen maar verder op. Zelfs de gemeente was het erover eens dat wij schade ondervonden van het besluit. Zij vonden echter niet dat zij daar verantwoordelijk voor waren. Dat ziet de rechter gelukkig anders.”

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu is hoofdverantwoordelijk voor dit besluit en moet binnen zes maanden met een voorstel tot schadevergoeding komen. Een andere optie is dat het tegen de betreffende uitspraak in beroep gaat. Welke van de twee paden het ministerie volgt, is nog niet bekend.

Verhuurd

De exploitatie van het tankstation is inmiddels niet meer in handen van Tausch. Hij besloot het twee jaar geleden te verhuren aan Shell Nederland. Die heeft de exploitatie overgedragen aan Schouwenaar Tankstation Exploitatie BV, die een netwerk van zes locaties in Brabant uitbaat. Tausch zelf is nog wel als ondernemer actief, maar niet meer in de petrolbranche.

Auteur: Tom van Gurp

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.