Ondernemersvraag: hoe zit het met de regelgeving van waterafvoer in Vlaamse carwashes?

Photo by Samantha Beach from Pexels

Beginnende Vlaamse carwash-ondernemers moeten een hoop informatie inwinnen voordat ze een bedrijf kunnen opzetten. Naast de aanschaf van apparatuur zijn er veel meer zaken waar rekening mee gehouden moet worden. Hoe zit het bijvoorbeeld met de afvoer van water in wasgelegenheden? Kristien Caekebeke, werkzaam bij de Dienst Milieuvergunningen van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) legt uit waar starters op moeten letten.

Hoe is de waterafvoer van carwashes in de Vlaamse wetgeving vastgelegd?

“Niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, andere dan bedoeld in rubriek 15.5 (standaardgarages en carrosseriebedrijven) worden ingedeeld in rubriek 15.4 van de indelingslijst, bijlage 1 van Vlarem I (Zie afbeelding 1). De klasse-indeling (klasse 2 vergunningsplicht, klasse 3 meldingsplicht) is gebaseerd op de ligging al dan niet in industriegebied en volgens het aantal voertuigen dat per dag gewassen wordt. Het afvalwater, afkomstig van een ingedeelde activiteit wordt beschouwd als bedrijfsafvalwater, ongeacht of het verder gezuiverd wordt of niet.”

Afbeelding 1: Rubriek 15.4. Wassen van voertuigen en aanhangwagens

Op welke manier wordt gecontroleerd of bedrijfsafvalwater op de goede plek geloosd wordt?

“Hoofdstuk 4.2 van Vlarem II behandelt algemene milieuvoorwaarden voor de ingedeelde inrichtingen ter beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging. Bij de lozing van bedrijfsafvalwater kan gekozen worden tussen twee opties. De eerste optie is lozing in de openbare riolering. De andere mogelijkheid is lozing in oppervlaktewater. Naargelang de samenstelling van het bedrijfsafvalwater zal de vergunningverlener, mede op basis van het advies van de VMM, beoordelen welke optie de beste is en wordt de lozing onderworpen aan algemene, sectorale en/of bijzondere lozingsvoorwaarden. Deze voorwaarden verschillen naargelang geloosd wordt in de riolering of op oppervlaktewater. Indien het afvalwater bovendien gevaarlijke stoffen bevat, als bedoeld in bijlage 2C kunnen nog extra voorwaarden opgelegd worden.”

Waar is meer informatie over de lozingsvoorwaarden te vinden?

“De algemene lozingsvoorwaarden zijn terug te vinden in Vlarem II, afdeling 4.2.2 (zonder gevaarlijke stoffen) en 4.2.3 (met gevaarlijke stoffen). Ter voorkoming of beperking van verontreiniging van afvalwater met olie zijn er volgende algemene voorwaarden van toepassing op alle ingedeelde inrichtingen. De eerste inrichting is de lozing van bedrijfsafvalwater op de riolering: 500 mg/l stoffen extra-heerbaar met petroleumether ( synoniem voor ‘oliën en vetten’). De tweede categorie is de lozing van bedrijfsafvalwater op oppervlaktewater: 5 mg/l voor apolaire koolwaterstoffen extraheerbaar met tetrachlooretheen. De derde inrichting is dat olie en vet niet visueel waarneembaar mogen zijn.”

Aan welke voorwaarden moeten car- en truckwashes voldoen op het gebied van afvalverwerking?

“De sectorale voorwaarden, opgenomen in art. 5.15.0.10 van Vlarem II zijn van toepassing op alle inrichtingen, vermeld in rubriek 15.4. Deze zijn dus van toepassing op alle vormen van wasgelegenheden. Dit betekent concreet dat alle afvalwaters van deze inrichtingen moeten geloosd worden via een KWS-afscheider met slibvang en bijkomend via een coalescentiefilter indien geloosd wordt op oppervlaktewater. Daarnaast zijn er ook concrete voorwaarden opgenomen rond de opvolging en het onderhoud van een KWS-afscheider wat onontbeerlijk is voor de goede werking ervan. Het slib moet worden afgevoerd naar een erkende afvalverwerker.”

Hoe zit het met de lozingsnormen?

“Verder gelden bijkomend voor de automatische car- en truckwashbedrijven ook nog de waterbesparende maatregelen van art. 5.15.0.9(*) van Vlarem II en de sectorale lozingsnormen van bijlage 5.3.2. °59 Car- en truckwash-bedrijven. Hierbij worden op basis van de BBT studie ook een aantal lozingsnormen opgelegd voor onder andere zware metalen. Zo staat in artikel 5.15.0.9. in paragraaf 1. Waterverbruik: ‘Voor een automatische bus- of truckwash met een bruto waterverbruik van meer dan 1500 m³ per jaar: de wasinstallatie is voorzien van een zuiverings- of recyclage unit die minstens 70% van het totale debiet was- en spoelwater hergebruikt in de wasinstallatie.’ Voor een automatische wasinstallatie, in de vorm van een roll-over of een wasstraat, met een bruto waterverbruik van meer dan 1.500 m³ per jaar de wasinstallatie is voorzien van een zuiverings- of recyclage-unit die de toevoer van vers water, in de vorm van leiding-, grond- of regenwater, beperkt tot maximaal 80 liter per voertuig dat gewassen wordt. In paragraaf 2 staat dat er maximaal gebruikgemaakt moet worden van regenwater als vers water.”

Waar is meer verdiepende informatie over deze thematiek te vinden?

“De Vlaamse wetgeving is op de website van VITO te raadplegen. In de BBT-studie die VITO in samenwerking met de Vlaamse overheid en de sector in 2002 opstelde, worden alle milieu- en energievriendelijke maatregelen beschreven. Er werd hierin ook een aantal maatregelen opgenomen voor een oordeelkundig gebruik van autowasproducten. Denk dan aan het vermijden van overdosering, het maken van een doordachte keuze van wasproducten, het gebruik van biodegradeerbare detergenten met lage aquatische eco-toxiciteit, het gebruik van milieuvriendelijke velgenreinigers en het bijhouden detergentenboekhouding. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar de technische fiches in bijlage 3 van de studie.”

‘Ondernemersvraag’ is een nieuwe rubriek op CarwashPro.nl waarin vragen van ondernemers worden beantwoord door uiteenlopende professionals. Heeft u een vraag over wetgeving of andere carwashgerelateerde onderwerpen? Stuur uw inzending naar frank.van.de.ven@promedia.nl onder vermelding van ‘Ondernemersvraag’. Hij stuurt deze vraag naar de juiste professional.

Auteur: Frank van de Ven

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Ondernemersvraag: hoe zit het met de regelgeving van waterafvoer in Vlaamse carwashes? | CarwashPro

Ondernemersvraag: hoe zit het met de regelgeving van waterafvoer in Vlaamse carwashes?

Photo by Samantha Beach from Pexels

Beginnende Vlaamse carwash-ondernemers moeten een hoop informatie inwinnen voordat ze een bedrijf kunnen opzetten. Naast de aanschaf van apparatuur zijn er veel meer zaken waar rekening mee gehouden moet worden. Hoe zit het bijvoorbeeld met de afvoer van water in wasgelegenheden? Kristien Caekebeke, werkzaam bij de Dienst Milieuvergunningen van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) legt uit waar starters op moeten letten.

Hoe is de waterafvoer van carwashes in de Vlaamse wetgeving vastgelegd?

“Niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, andere dan bedoeld in rubriek 15.5 (standaardgarages en carrosseriebedrijven) worden ingedeeld in rubriek 15.4 van de indelingslijst, bijlage 1 van Vlarem I (Zie afbeelding 1). De klasse-indeling (klasse 2 vergunningsplicht, klasse 3 meldingsplicht) is gebaseerd op de ligging al dan niet in industriegebied en volgens het aantal voertuigen dat per dag gewassen wordt. Het afvalwater, afkomstig van een ingedeelde activiteit wordt beschouwd als bedrijfsafvalwater, ongeacht of het verder gezuiverd wordt of niet.”

Afbeelding 1: Rubriek 15.4. Wassen van voertuigen en aanhangwagens

Op welke manier wordt gecontroleerd of bedrijfsafvalwater op de goede plek geloosd wordt?

“Hoofdstuk 4.2 van Vlarem II behandelt algemene milieuvoorwaarden voor de ingedeelde inrichtingen ter beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging. Bij de lozing van bedrijfsafvalwater kan gekozen worden tussen twee opties. De eerste optie is lozing in de openbare riolering. De andere mogelijkheid is lozing in oppervlaktewater. Naargelang de samenstelling van het bedrijfsafvalwater zal de vergunningverlener, mede op basis van het advies van de VMM, beoordelen welke optie de beste is en wordt de lozing onderworpen aan algemene, sectorale en/of bijzondere lozingsvoorwaarden. Deze voorwaarden verschillen naargelang geloosd wordt in de riolering of op oppervlaktewater. Indien het afvalwater bovendien gevaarlijke stoffen bevat, als bedoeld in bijlage 2C kunnen nog extra voorwaarden opgelegd worden.”

Waar is meer informatie over de lozingsvoorwaarden te vinden?

“De algemene lozingsvoorwaarden zijn terug te vinden in Vlarem II, afdeling 4.2.2 (zonder gevaarlijke stoffen) en 4.2.3 (met gevaarlijke stoffen). Ter voorkoming of beperking van verontreiniging van afvalwater met olie zijn er volgende algemene voorwaarden van toepassing op alle ingedeelde inrichtingen. De eerste inrichting is de lozing van bedrijfsafvalwater op de riolering: 500 mg/l stoffen extra-heerbaar met petroleumether ( synoniem voor ‘oliën en vetten’). De tweede categorie is de lozing van bedrijfsafvalwater op oppervlaktewater: 5 mg/l voor apolaire koolwaterstoffen extraheerbaar met tetrachlooretheen. De derde inrichting is dat olie en vet niet visueel waarneembaar mogen zijn.”

Aan welke voorwaarden moeten car- en truckwashes voldoen op het gebied van afvalverwerking?

“De sectorale voorwaarden, opgenomen in art. 5.15.0.10 van Vlarem II zijn van toepassing op alle inrichtingen, vermeld in rubriek 15.4. Deze zijn dus van toepassing op alle vormen van wasgelegenheden. Dit betekent concreet dat alle afvalwaters van deze inrichtingen moeten geloosd worden via een KWS-afscheider met slibvang en bijkomend via een coalescentiefilter indien geloosd wordt op oppervlaktewater. Daarnaast zijn er ook concrete voorwaarden opgenomen rond de opvolging en het onderhoud van een KWS-afscheider wat onontbeerlijk is voor de goede werking ervan. Het slib moet worden afgevoerd naar een erkende afvalverwerker.”

Hoe zit het met de lozingsnormen?

“Verder gelden bijkomend voor de automatische car- en truckwashbedrijven ook nog de waterbesparende maatregelen van art. 5.15.0.9(*) van Vlarem II en de sectorale lozingsnormen van bijlage 5.3.2. °59 Car- en truckwash-bedrijven. Hierbij worden op basis van de BBT studie ook een aantal lozingsnormen opgelegd voor onder andere zware metalen. Zo staat in artikel 5.15.0.9. in paragraaf 1. Waterverbruik: ‘Voor een automatische bus- of truckwash met een bruto waterverbruik van meer dan 1500 m³ per jaar: de wasinstallatie is voorzien van een zuiverings- of recyclage unit die minstens 70% van het totale debiet was- en spoelwater hergebruikt in de wasinstallatie.’ Voor een automatische wasinstallatie, in de vorm van een roll-over of een wasstraat, met een bruto waterverbruik van meer dan 1.500 m³ per jaar de wasinstallatie is voorzien van een zuiverings- of recyclage-unit die de toevoer van vers water, in de vorm van leiding-, grond- of regenwater, beperkt tot maximaal 80 liter per voertuig dat gewassen wordt. In paragraaf 2 staat dat er maximaal gebruikgemaakt moet worden van regenwater als vers water.”

Waar is meer verdiepende informatie over deze thematiek te vinden?

“De Vlaamse wetgeving is op de website van VITO te raadplegen. In de BBT-studie die VITO in samenwerking met de Vlaamse overheid en de sector in 2002 opstelde, worden alle milieu- en energievriendelijke maatregelen beschreven. Er werd hierin ook een aantal maatregelen opgenomen voor een oordeelkundig gebruik van autowasproducten. Denk dan aan het vermijden van overdosering, het maken van een doordachte keuze van wasproducten, het gebruik van biodegradeerbare detergenten met lage aquatische eco-toxiciteit, het gebruik van milieuvriendelijke velgenreinigers en het bijhouden detergentenboekhouding. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar de technische fiches in bijlage 3 van de studie.”

‘Ondernemersvraag’ is een nieuwe rubriek op CarwashPro.nl waarin vragen van ondernemers worden beantwoord door uiteenlopende professionals. Heeft u een vraag over wetgeving of andere carwashgerelateerde onderwerpen? Stuur uw inzending naar frank.van.de.ven@promedia.nl onder vermelding van ‘Ondernemersvraag’. Hij stuurt deze vraag naar de juiste professional.

Auteur: Frank van de Ven

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.