Noodzaak voor recycling: ‘Biologisch watersysteem is sterk en resistent’
In de autowasbranche wordt er nog niet overal gewerkt met waterrecycling. Dat betekent dat er nog steeds onnodig veel grondwater wordt gebruikt voor het wassen van auto’s. Tijdens een sessie over waterverbruik in de wasstraat werd inzichtelijk gemaakt hoe groot het probleem is en wat er moet gebeuren om de perceptie te veranderen.
Stijn Schouterden van BleuBlue en Klaus Steiner van INOWA kwamen naar Car Wash Show Europe om inzichtelijk te maken wat er volgens hen moet veranderen, ‘willen we gezamenlijk de stap maken naar een groenere autowasindustrie’. “Carwash is a clean business, not a dirty one”, benadrukte Steiner aan het begin van de sessie.
BleuBlue bouwt waterrecyclingsystemen voor onder andere autowasstraten, met een focus op de landen België en Nederland en delen van Frankrijk. Schouterden: “Wat we veel gebruiken is een eenvoudige beluchtingsfiltratietechnologie. We hebben biosystemen met een vastbed, bioreactoren met bewegend bed en membraanbioreactoren.”
INOWA in Oostenrijk is al meer dan dertig jaar actief in de behandelingsbranche. In de afgelopen tien jaar hebben zij een eigen watersysteem ontwikkeld. Steiner: “Ons autowasrecyclingsysteem werkt met biologische behandeling. Ook met een vast frame bioreactor, die is voorzien van beluchting van onderaf. Zo wordt het waswater glashelder.”
Steiner gelooft dat dit de toekomst is van hun bedrijf. “We hebben een efficiënter watersysteem gecombineerd met de effectiviteit van biologische behandeling. Hierdoor heb je minder filterverversing en minder water nodig, om schoon water te hebben in de wasstraat. En schoon water is essentieel voor alle autowasprocessen.”
Er zijn grote verschillen in Europa op het gebied van regelgeving voor waterverbruik. Hoe is dat geregeld in de landen waarin jullie actief zijn?
Schouterden: “In België is het waterverbruik zeer beperkt. Een wasstraat mag niet meer dan 70 tot 80 liter water per wasbeurt gebruiken. Terwijl we zien dat er in Nederland, waar we ook heel actief zijn, eigenlijk geen limiet bestaat op het waterverbruik. In plaats daarvan willen bedrijven liever het water lozen en daarvoor betalen.”
“In delen van Frankrijk zagen we afgelopen zomer dat veel autowasstraten de deuren moesten sluiten. Er werden flinke beperkingen gelegd op het waterverbruik. Ik meen dat het destijds een heel onrealistisch getal was, zo’n 100 liter per uur. Je kan geen tunnel laten draaien met 100 liter per uur. In Frankrijk is het nu dus zo, dat als je als wasstraat geen waterrecycling hebt en er is een gebrek aan water, dat je dicht moet en zelfs failliet kan gaan.”
Steiner: “Ook Duitsland en Oostenrijk hebben verschillende regels. In Duitsland moet elke automatische wasstraat een recyclingsysteem gebruiken. En in Oostenrijk is er een limiet van maximaal vijf kubieke meter per dag. Als je meer dan vijf kubieke meter water per dag nodig hebt, moet je het recyclen. Maar in Oostenrijk is dat wel wat makkelijker geregeld. Stel je begint een carwash en wast slechts twintig auto’s per dag, dan blijf je onder die vijf kubieke meter. Je krijgt dan toestemming om de wasstraat te bouwen, en daarna is er eigenlijk geen controle meer.”
(Tekst gaat verder onder de foto)
Hoe groot is het waterprobleem voor carwashes op dit moment?
Steiner: “Er zijn een aantal droge gebieden in Europa, onder andere in Frankrijk, in Spanje, maar ook in Oostenrijk. Terwijl Oostenrijk juist een land is met een flinke waterketen. We hebben bergen, we hebben sneeuw. En in het voorjaar is er vaak voldoende water. Maar toch geldt dat niet voor alle delen van Oostenrijk. Aan de grens met Hongarije zijn er vaak watertekorten. In bepaalde periodes is daar maar één kubieke meter per dag om een bedrijf te runnen. En dat water heb je nodig voor het toilet en voor het koffiezetapparaat. Dan is het extra belangrijk om zoveel mogelijk water uit het recyclingsysteem te gebruiken.”
Schouterden: “Ik denk dat er in de toekomst ook een enorme uitdaging ligt voor bedrijven die wasstraten bouwen. Om het waterverbruik tot een maximum te beperken. We weten allemaal dat je bij elke wasbeurt vers water verliest. Laten we zeggen 10 tot 15 liter, afhankelijk van welke techniek je gebruikt. En ik denk dat we ons daar meer op moeten concentreren. We moeten het verbruik vastzetten op een bepaald aantal liter vers water per auto, en dat is het.”
“Misschien zullen we over een paar jaar dan niet meer nadenken over hoeveel geld we uitgeven aan het recyclingsysteem, maar hoeveel water we uitgeven aan het recyclingsysteem. Ik denk dat dit de gedachte van de humanist in de komende jaren zou moeten zijn.”
Door de jaren heen is de autowasbranche flink veranderd. Is waterrecycling daarin meegegroeid?
Steiner: “Tien jaar geleden hadden we wasinstallaties met twee wasprocedures en twee droogprocedures. En toen de autowasstraat zich ontwikkelde, kregen we te maken met hoog vermogen en hoge druk. We hebben nu een krachtige motor, we hebben meer chemicaliën, we hebben een snellere wasbeurt. Daarin is alles veranderd, maar op het gebied van recycling niet zoveel. Het water moet dus meer worden voorbereid dan voorheen.”
“Ik denk dat biologische apparatuur daarin onmisbaar is. Als je dat vijf jaar geleden aan mij zou vragen, dan zou ik nee hebben gezegd. Je hebt geen biologische machine nodig. Maar nu de wasstraat en de omstandigheden zijn veranderd, is het zeker noodzakelijk om beter naar de mogelijkheden van waterbehandeling te kijken.”
Schouterden: “Wij moeten ook steeds beter presterende biologische systemen gaan bouwen. Maar dan is het wel van belang dat enkele vooroordelen veranderen. Ondernemers die een wasstraat exploiteren, moeten zich ervan bewust zijn dat ze de systemen moeten onderhouden. Dat ze ernaar moeten kijken en dat ze ervoor moeten zorgen. En dat het echt nodig is om het op deze manier te doen, omdat de wasstraat anders klanten verliest. Want de eindklant, de klant die naar de wasstraat komt, zal niet accepteren dat het water niet van goede kwaliteit is.”
Biologische reiniging is dus de toekomst. Is dit hét moment voor ondernemers om daarin te investeren?
Schouterden: “Het is afhankelijk van de lokale situatie. Als je voldoende water hebt en je recyclingsysteem is op orde, dan investeer je misschien niet direct in biologische zuivering. Maar als je een nieuwe locatie begint, is het wel heel belangrijk om na te denken over de mogelijkheden. Wij zijn jaren geleden begonnen met mechanische beluchting, zoals wij dat noemen. Dat is geen biologisch systeem, maar een eenvoudige beluchtingsfiltratie. En op dat moment was dat ook goed genoeg voor de klant.”
“Maar ook wij moeten daarin veranderingen doorvoeren. Omdat het met de traditionele systemen uiteindelijk niet voldoende gaat zijn. De carwasheigenaar wil met het oog op de toekomst schoon water, schone beluchting en minimaal zoetwaterverbruik. En aan die vraag moeten wij kunnen voldoen.”
Zie je dat de perceptie daarin verandert?
Schouterden: “Ik zie enerzijds carwasheigenaren met een visie, die zich ervan bewust zijn dat ze moeten investeren. En ik zie carwasheigenaren die meer nadenken over de investering. Sommigen zeggen ook: we wachten zo lang als dat kan. Al is het nog voor een paar jaar. Pas daarna willen we gaan investeren.”
Steiner: “Wij hebben dezelfde ervaring in Duitsland en Oostenrijk. Sommige klanten kochten het recyclingsysteem een paar jaar geleden. Maar zonder te weten hoe het echt werkt. En na één of twee jaar werd het recyclingsysteem gesloten. ‘Het werkt niet’, werd er dan gezegd. Dat is niet onze weg voor de toekomst. Wij willen daarom onderhoudsvrije systemen creëren en produceren. Het biologische systeem is bijna geheel onderhoudsvrij. Ja, je moet ze voeden. Je moet ze lucht geven. Je moet ze alles geven wat werkt. Maar je hoeft er niet continu naar om te kijken. Het biologische watersysteem is erg sterk en resistent.”
(Tekst gaat verder onder de afbeelding)
Denk je dat de klant die naar de wasstraat komt om zijn auto te wassen, daar ook interesse in heeft? Zorgt het gebruik van biologische systemen en waterrecycling voor meer klanten?
Schouterden: “Ik denk niet dat de klant die zijn auto komt wassen heel erg geïnteresseerd is in het systeem. Maar ik denk wel dat de klant weg zal blijven als hij weet dat het water niet wordt gerecycled. Omdat mensen ook thuis steeds meer moeten recyclen en het waterverbruik moeten beperken, is het een mentaliteit die langzaam groeit en verandert. En is het iets dat in de toekomst heel normaal wordt.”
Is het een uitdaging om biologische waterzuivering te combineren met chemie?
Schouterden: “Er zijn carwashes die nog met zware chemie werken om bijvoorbeeld de velgen schoon te maken. Daar wordt mijn biologische systeem niet heel blij van. Ik denk dat er wel manieren zijn om de chemie te verbeteren. Wij proberen daar open voor te staan. Ik wil niet tegen mijn klant zeggen: je moet dit of dat gebruiken. Maar soms moet je de klant wel een beetje motiveren.”
Is het moeilijker voor wasstraten met een groot volume wassingen?
Schouterden: “Het waterrecyclingsysteem heeft een beperkt volume. Hoe meer onderdelen je wast, hoe meer volume je nodig hebt voor de biologie. Bij de start van een nieuw autowasproject is het soms erg lastig om de omvang van het waterrecyclingsysteem te berekenen. Misschien verwacht de klant 60.000 wasbeurten per jaar te gaan doen. En zijn het er na vijf jaar 120.000. Dat kan een uitdaging zijn.”
Waar liggen nog kansen?
Steiner: “We kijken ondertussen ook naar recyclingsystemen voor zelfwasinstallaties. De configuratie van het systeem voor een normale wasstraat en een zelfbedieningswasstraat is anders. Zelfbedieningsautowasstraten hebben meer voorbereiding nodig en een betere na-reiniging. En een betere filterunit dan in een normale wasstraat, omdat je niet weet waar klanten hun auto mee wassen. Klanten gebruiken vaak hun eigen chemicaliën en shampoos. Het biologische product moet dus meer resistent en stabiel zijn voor dit soort carwashes. Daar zijn we nu druk mee bezig.”
Lees ook:
